Malestein leidt Nederland langs Belarus
BUNSCHOTEN-SPAKENBURG/LEUSDEN - De Nederlandse handbalsters hebben hun eerste interland na de Olympische Spelen met ruime cijfers gewonnen. De ploeg, die voor het eerst onder leiding stond van interim-bondscoach Monique Tijsterman, zette Belarus opzij met met 38-27. Het duel in Almere was de eerste in de kwalificatiereeks voor het EK van 2022. Komende zondag speelt Oranje uit tegen Griekenland.
Het Nederlands vrouwenteam is nog altijd de regerend wereldkampioen, maar ging deze zomer in Tokio hard onderuit in de kwartfinales tegen Frankrijk. Na het olympisch toernooi besloot bondscoach Emmanuel Mayonnade zijn contract bij de Nederlandse bond niet te verlengen.
Het team moest het in Almere doen zonder de gestopte Nycke Groot en Martine Smeets, maar ook de geblesseerde Estavana Polman en Lois Abbingh ontbraken. Dat bleek niet echt een gemis tegen het zwakke Belarus, dat eigenlijk te veel ruimte kreeg om te scoren, maar zwichtte onder het snelle aanvalsspel van Oranje. Bij rust leidde de ploeg van Tijsterman al met 21-16 en na rust bouwde de ploeg de voorsprong verder uit. Angela Malestein uit Bunschoten was de meest trefzekere international met acht treffers. Aanvoerster Danick Snelder scoorde zeven keer. Laura van der Heijden uit Leusden maakte drie goals.
Het EK vindt plaats in november 2022 in de landen Slovenië, Noord-Macedonië en Montenegro. Ook Duitsland zit in de poule van Nederland. De twee beste landen in de groep plaatsen zich voor de eindronde. In december van dit jaar verdedigt Nederland eerst nog in Spanje de wereldtitel.
