Ridouan T. haalt opnieuw uit naar kroongetuige op tweede zittingsdag Marengo-proces
Provincie Utrecht/Amsterdam - Hoofdverdachte Ridouan T. in het Marengo-proces heeft zich in de Amsterdamse gerechtsbunker opnieuw beklaagd over de Utrechtse kroongetuige Nabil B. "Hij zit achter een muurtje. Ik zie alleen zijn neus langer worden als hij liegt", zo zei hij tijdens het verhoor door de rechtbank. "Wij zijn hier toch gekomen om dat leugenachtige gezicht van hem te zien."
T. staat terecht in het omvangrijke proces dat draait om een reeks liquidaties in onder meer Utrecht en IJsselstein. Nabil B. legde in die zaak eerder tientallen belastende verklaringen af tegen T. en zijn medeverdachten, in ruil voor strafvermindering.
Tijdens de eerste dag van de inhoudelijke behandeling op 22 maart uitte Ridouan T. uit Vianen al stevige kritiek op Nabil B. Hij noemde de Utrechter "een pathologische leugenaar en een fantast". De rechtbank gaat vandaag, vrijdag en volgende week maandag verder met het verhoor van de kroongetuige.
Ergernis bij verdachten en advocaten
De beperkende zichtbaarheid van B. in de zaal is een chronische bron van ergernis en klachten bij verdachten en advocaten. Zij willen zijn gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal tijdens de verhoren kunnen zien, omdat deze van betekenis kunnen zijn. De rechtbank heeft toegezegd verbetering van de situatie te zullen onderzoeken. Op de klacht van T. zei B. dat hij aan zijn zichtbaarheid zelf niets kon veranderen. "Het is niet dat ik meneer T. wil ontwijken."
Behalve de verdenkingen aan het adres van T. en zijn medeverdachten, verdenkt het OM Nabil B. van betrokkenheid bij twee liquidaties en een poging daartoe. In ruil voor zijn verklaringen als kroongetuige heeft het OM hem een gehalveerde strafeis toegezegd: 12 in plaats van 24 jaar.
T. wordt ervan verdacht dat hij stelselmatig opdracht heeft gegeven voor liquidaties, veelal in de provincie Utrecht. In Marengo draait het naast een aantal pogingen en voorbereidingen om zes moorden. Behalve T. telt het proces zestien verdachten. Medehoofdverdachte, Saïd R., zit nog altijd in een Colombiaanse cel. Hij zou op korte termijn naar Nederland moeten komen, maar wanneer is niet duidelijk.
